Algemeen

Er zijn twee manieren waarop een leerling opgeleid kan worden in een onderneming:

  1. Stage
    De leerling komt voor een korte tijd meedraaien in de onderneming als onderdeel van de opleiding die hij/zij op school volgt en oefent hier zijn aangeleerde competenties. Dit kan ook als een voorbereiding op duaal leren. De leerling ontvangt geen leervergoeding.

  2. Duaal leren
    De leerling wordt voor langere tijd opgeleid in uw onderneming: dit kan variëren van een half jaar tot drie schooljaren. De leerling leert drie tot vier dagen technieken bij in de onderneming, de andere dagen worden er theoretische vakken en aanvullende praktijklessen op school aangeleerd. De onderneming moet erkend zijn om via duaal leren een leerling op te leiden. De leerling ontvangt een leervergoeding.

    Wat is dan ‘leren en werken’? De Vlaamse Regering heeft in 2020 beslist dat leren en werken stopt te bestaan, en overgaat in het duaal leren. Sinds 1 september 2021 worden opleidingen 'leren en werken' vervangen worden door opleidingen 'duaal leren'. Op 1 september 2025 stopt het 'leren en werken' te bestaan. 


De leerling kan al vanaf zijn 15e  duale opleidingen volgen, maar dit kan ook vanaf de derde graad of vanaf een specialisatiejaar.

Zo goed als alle bouwopleidingen worden duaal georganiseerd: van ruwbouw tot schilderwerk, van tegelzetter tot sanitaire installaties. Voor het volledige aanbod kan je terecht op:

De nadruk ligt op leren
De leerling kiest op school een opleiding. In bepaalde scholen kan dit duaal gevolgd worden in samenwerking met een onderneming. Dus is het zo dat de leerling niet komt werken maar komt leren in de onderneming. De leerling leert de beroepscompetenties op school en in de onderneming. De leerling oefent in de onderneming niet hetgeen op school aangeleerd werd, maar leert in de onderneming ook nieuwe zaken.

Samen met de school spreekt de onderneming duidelijk af wie welke zaken aan de leerling zal aanleren. Dit gaat over praktische kennis, maar kan uitgebreid worden naar theoretische kennis. De school bekijkt samen met de onderneming wat mogelijk is in de onderneming, en wat mogelijk is op school.

Indien bepaalde competenties niet door de school of onderneming kunnen worden aangeleerd, zijn er de volgende oplossingen (de school is verantwoordelijk om dit alternatief uit te werken en de onderneming hierin te betrekken) :

  • De opleiding wordt verspreid over verschillende ondernemingen.
  • Tijdens een korte periode worden enkele competenties bij een andere werkgever aangeleerd.
  • Er kan samen met de school een oplossing gezocht worden binnen het aanbod van:
    • De leerlingenopleidingen van Constructiv (samen met andere leerlingen); (link leggen)
    • De werknemersopleidingen  van Constructiv (samen met collega’s in de onderneming); (link leggen)
    • VDAB

De leerling haalt een diploma
Bij duaal leren werkt de leerling toe naar het behalen van een diploma secundair onderwijs. Dit betekent dat de leerling een positieve keuze heeft gemaakt om duaal te leren, en vaak arbeidsrijper is.

Weet dat er geen verschil is tussen het diploma dat behaald werd via voltijds onderwijs of via duaal leren. De inhoud van de opleiding is dezelfde, het diploma is dus evenwaardig. Het verschil is dat bij voltijds onderwijs de leerling de opleiding volledig op school volgt (eventueel versterkt door een stage), en dat bij duaal leren de leerling de opleiding vooral in de onderneming volgt.


Nauwere samenwerking met de school
Om ervoor te zorgen dat een traject  duaal leren succesvol verloopt, is afstemming tussen de school en de onderneming essentieel! De school bezoekt de leerling in onderneming regelmatig en volgt de leerling van dichtbij op. De onderneming evalueert mee met de school het opleidingstraject van de leerling.


Inspraak in de evaluatie van de leerling
Aangezien de onderneming samen voor de opleiding van de leerling zorgt, krijgt deze inspraak in de evaluatie en een stem in de klassenraad. De school zorgt dat de administratie voor de onderneming tot een minimum beperkt blijft. Maar de onderneming zal regelmatig evaluatiedocumenten - digitaal of op papier - moeten invullen en doorgeven.

Buiten leerlingen, kunnen ook schoolverlaters, werkzoekenden, studenten en arbeiders opgeleid worden in een onderneming. Hierover meer in de sectie hieronder ‘voor de onderneming’.

In Vlaanderen wordt bij duaal leren één leerovereenkomst gebruikt waarbij de leerling een leervergoeding krijgt en recht heeft op betaald verlof:  de overeenkomst alternerende opleiding (OAO).

Een OAO is de overeenkomst die de combinatie school-leerwerkplek mogelijk maakt. Er zijn drie ondertekende partijen: de onderneming, de leerling en de school. De OAO is voor de leerling een voltijds engagement, wat binnen de bouwsector 40 uur per week inhoudt. De leerling ontvangt een vergoeding en heeft recht op betaald verlof.

De leervergoeding

De leervergoeding die vandaag geldig is, raadpleeg je best op de officiële website van de Vlaamse overheid.


Aandachtspunten:

  • De bedragen zijn wettelijk vastgelegd en moeten door iedereen gevolgd worden.
  • Bij overschrijding van de spilindex stijgt ook de leervergoeding.
  • Sommige afwezigheden, zoals onbetaalde vakantie of ongewettigde afwezigheid, hebben een invloed op de leervergoeding. De leervergoeding zal dan lager liggen.
  • Leerlingen met een OAO hebben geen recht op getrouwheidszegels (eindejaarspremie).
  • Overwerk is enkel mogelijk in uitzonderlijke gevallen. Een leerling die overwerk verricht, heeft recht op overloon en inhaalrust.

Vakantieregeling

Elke leerling met een OAO volgt  de traditionele schoolvakanties. Het is dus niet langer zo dat de leerling tijdens deze periodes voltijds naar de onderneming gaat. Deze vakantieperiodes zijn onbetaald verlof, tenzij de leerling reeds enkele dagen betaald verlof en inhaalrust heeft opgebouwd.

Inhaalrustdagen

Als de leerling meer dan 38 uren per week presteert, worden er inhaalrustdagen opgebouwd. Deze opgebouwde dagen zorgen ervoor dat de leerling toch voor enkele dagen een leervergoeding ontvangt tijdens de schoolvakanties. De inhaalrustdagen kunnen niet opgenomen worden tijdens andere periodes dan schoolvakanties.  

Vakantiewerk

De leerling die in uw onderneming een opleiding volgt, kan enkel tijdens de zomermaanden (juli en augustus) bij u een vakantiejob doen. Tijdens de andere schoolvakanties is dit niet mogelijk (wel bij een andere werkgever).

Ziekte

Wanneer de leerling ziek wordt, heeft de leerling vanaf één maand anciënniteit recht op de gewaarborgde leervergoeding. De leerling bouwt ook recht op een ziekte-uitkering op.

Weerverlet

De onderneming ontvangt voor de leerling een controlekaart C3.2A.

  • Op dagen dat de leerling opgeleid wordt op school noteert de leerling code "A".
  • Bij tijdelijke werkloosheid laat de leerling het vakje blanco, net zoals arbeiders.
  • Bij weerverlet wordt de overeenkomst met de leerling geschorst voor de duur van de tijdelijke werkloosheid, en wordt de leerling in tijdelijke werkloosheid geplaatst. 

De leerling bezorgt de C3.2A-kaart aan de vakbond of de hulpkas.

Zie de Infofiche van de Vlaamse overheid

 

Construbadge

Personen die actief zijn binnen het paritair comité van de bouwsector, ontvangen een persoonlijke ConstruBadge. Deze kaart wordt automatisch verstuurd naar het adres van de leerling wanneer de Dimona-aangifte in orde is gebracht.

 

Reiskosten

  • De onderneming komt tussen in de verplaatsingskosten.
  • De leerling heeft recht op een mobiliteitsvergoeding.


Administratieve stappen voor de onderneming

  • Bezorg een exemplaar van de overeenkomst aan je sociaal secretariaat.
  • Vraag een RSZ-nummer aan als je er nog geen hebt.
  • Breng de Dimona-aangifte in orde met een nummer van een niet-nominatieve C3.2A-kaart. Indien je hier niet over beschikt, dien je deze aan te vragen bij Constructiv.
  • Geef de leerling bij je ongevallenverzekering aan als werknemer
  • Breng de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid uitbating in orde
  • Zorg dat je aangesloten bent bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW). Dit is een wettelijke verplichting, ook voor zelfstandigen die een leerling opleiden.
  • Maak een risicoanalyse en werkpostfiches op en regel het gezondheidstoezicht van de leerling voor de start van de overeenkomst.

Meer informatie over deze sociale verplichtingen vindt u in de infofiche van de Vlaamse overheid.

Het opleidingsplan verduidelijkt o.a. de startcompetenties van de leerling en bepaalt welke competenties de leerling moet aangeleerd krijgen. In het opleidingsplan wordt ook afgesproken wie instaat voor het aanleren van welke competenties (de werkgever, de school, een extern opleidingscentrum, …).

De school is verantwoordelijk voor de opmaak van dit opleidingsplan, maar zal dit in nauw overleg met de onderneming, de mentor en de leerling uitwerken. Het opleidingsplan is ook een leidraad voor de
bedrijfsbezoeken die de school zal uitvoeren en voor de evaluatie van de leering.

Om de veiligheid van de leerling te garanderen, is de onderneming verplicht om:

  • Een risicoanalyse uit te voeren voor de start van de leerling. Daarin worden de nodige preventiemaatregelen bepaald om de risico’s waaraan een leerling kan worden blootgesteld tijdens de uitvoering van zijn werk te minimaliseren.
  • Zorgen voor een goed onthaal. Raadpleeg hiervoor onze onthaalbrochure.   
  • De gezondheidstoezicht van de leerling dient te gebeuren voor het begin van de tewerkstelling door de onderneming. Hiervoor moet de onderneming zijn Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW) te contacteren, niet de school.
  • De onderneming moet een arbeidsongevallenverzekering voor de leerling afsluiten.
  • De leerling is verplicht om de opleiding basisveiligheid te volgen, best voor de start van de overeenkomst. Uiterlijk binnen de maand na de start van de overeenkomst moet de leerling het attest behaald hebben.
  • De leerlingen mogen bepaalde taken niet uitvoeren? (Zie dossier 151 Jongeren in de bouw, blz. 9)

Indien de onderneming de leerling na de duale opleiding aanwerft en de leerling jonger is dan 27 jaar, dan kan er een BouwIngroeiBaan opgestart worden. De onderneming moet opnieuw een mentor voorzien voor de leerling, als ook een opleidingstraject uitstippelen en na een half jaar een functioneringsgesprek organiseren.

Voor de onderneming

Een erkenning als leerwerkplek aanvragen doe je elektronisch via app.werkplekduaal.be. Je kan de erkenning zelf aanvragen of dit overlaten aan de school.

Een medewerker van Constructiv zal telefonisch contact opnemen om de erkenningsaanvraag te overlopen en meer informatie te geven. Je kan op dat moment ook uw vragen stellen.

Bij het aanvragen van de erkenning moeten volgende stappen worden doorlopen:


1. Kies de opleiding die de leerling zal volgen

  • Een overzicht van alle mogelijke opleidingen bouw vind je op de website van duaalleren.vlaanderen.
  • Heb je al contact met een school? Stem goed af met de school welke erkenning je precies moet aanvragen.
  • Je verklaart dat je de leerling de nodige competenties kan bijbrengen tijdens de opleiding en dat je hiervoor over de nodige uitrusting beschikt.

2. Duid een mentor aan in je bedrijf

Deze mentor:

  • Heeft geen relevante veroordelingen (voorzie een uittreksel van het strafregister, type 596.2).
  • Is minstens 25 jaar oud (of 23 als een bewijs van vooropleiding in het beroep voorgelegd kan worden).
  • Heeft vijf jaar praktijkervaring (een uitzondering als een bewijs van vooropleiding in het beroep voorgelegd kan worden).
  • Kan een pedagogisch attest voorleggen of zal een mentoropleiding volgen (binnen de zes maanden).

3. Verklaring financiële gezondheid van de onderneming

  • Je verklaart op eer dat jouw onderneming financieel gezond is en geen veroordelingen heeft opgelopen.

 


Binnen de 14 dagen na de erkenningsaanvraag ontvang je per e-mail een antwoord.

  • Indien je bent erkend: je kan starten met jouw Overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO)
  • Indien je niet bent erkend: als je niet akkoord gaat met deze beslissing, kan je een beroepsprocedure opstarten. We raden je echter aan om eerst contact op te nemen met ons vooraleer je beroep aantekent.

Meer informatie over het aanvragen van de erkenning is te vinden op de website van het Departement WSE.

Bij een opleiding in het kader van duaal of alternerend leren staat de mentor in voor de opleiding en begeleiding van de lerende op de werkplek. Aangezien de lerende een omvangrijk deel van de opleiding op de werkplek doorbrengt, speelt de mentor een heel belangrijke rol in het leerproces. Meer informatie over de rol van de mentor vind je op deze webpagina van de Vlaamse overheid.

Een goede mentor:

  • Is zoveel mogelijk aanwezig bij de leerling om deze op te leiden en te begeleiden.
  • Heeft relevante ervaring en veel geduld.
  • Is bereid kennis te delen en (jonge) mensen te vormen.
  • Kiest vrijwillig voor een rol als mentor naast de andere taken.
  • Kent de veiligheidsregels en zorgt ervoor dat deze toegepast worden.
  • Communiceert vlot met alle betrokken partijen (de lerende, de zaakvoerder, leerkracht, …).
  • Kan mensen motiveren en is positief ingesteld.
  • Geeft regelmatig feedback en stuurt bij waar nodig.
  • De mentor informeert het volledige team dat de leerling een opleiding volgt, en niet meedraait als een volwaardige arbeider.


Wat verwacht de school van de mentor?

  • Het duaal opleiden van een leerling vereist een nauwe samenwerking.
  • De mentor moet voldoende tijd kunnen nemen voor overleg met de trajectbegeleider en de duale leerling, zodat er wederzijds vertrouwen ontstaat.
  • Een succesvol opleidingstraject vereist een volgehouden engagement.
  • Het is belangrijk dat de mentor begrip heeft voor de persoonlijke situatie van de leerling en deze meerdere kansen biedt.
  • Daarnaast vraagt de school aandacht voor de onderwijscontext: de leerling heeft een gestructureerd opleidingsplan dat moet worden gevolgd.
  • Regelmatige communicatie en het nakomen van afspraken versterken het leerproces van de leerling.


Wat verwachten leerlingen van een mentor?

  • Een gepersonaliseerde en niet-schoolse aanpak.
  • Iemand die hen voldoende vertrouwen geeft en mogelijkheden creëert om verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig te kunnen werken.
  • Iemand met wie ze een sterke band kunnen opbouwen, die tijd maakt, geduld heeft, op een respectvolle en eerlijke manier omgaat met hen, aandacht heeft voor hun noden, enz.
  • Iemand die over vakkennis en coachende vaardigheden beschikt en weet hoe feedback te geven; positieve én negatieve.
  • Een bondgenoot die mee hun rechten op de werkplek verdedigt door bv. te zorgen voor voldoende leerkansen.

 

Een mentor mag één leerling begeleiden. Als je onderneming twee leerlingen opleidt, moeten er twee mentoren aangeduid worden.

Het aantal leerlingen dat je in een onderneming mag opleiden, is sectoraal vastgelegd en wordt bepaald in functie van het aantal arbeiders dat tewerkgesteld is in de vestigingszetel van uw onderneming:

  • Minder dan vijf arbeiders: één leerling.
  • Vijf tot tien arbeiders: twee leerlingen.
  • Meer dan tien arbeiders: twee leerlingen + een extra leerling per schijf van tien arbeiders.

Het aantal leerlingen met een OAO mag in geen geval het aantal personeelsleden van je bedrijf overschrijden!

 

De opleiding “mentorschap” voorziet de nodige achtergrond maar ook tips en tricks hoe de opleiding aan te pakken. Deze opleiding is dan ook een voorwaarde om met duale leerlingen te werken.

De opgegeven mentor moet een pedagogisch attest kunnen voorleggen of een mentoropleiding volgen. Na ontvangst van de erkenning van de werkplek is er 6 maanden de tijd om de mentoropleiding te volgen. Plan deze tijdig in.

Elke mentoropleiding die minstens 8 uur duurt en opgenomen is in de VOV-databank, komt in aanmerking. Het aanbod vind je hier
.

Bezorg het mentorattest steeds zo snel mogelijk aan uw regionaal Constructiv-kantoor. Eens de mentor de opleiding heeft gevolgd, opent dit ook de deur naar onze sectorale groeitrajecten.

Als een arbeider uit PC 124 de opleiding volgt, voorziet Constructiv hiervoor een 
financiële tussenkomst. Dit geldt ook voor zaakvoerders wanneer zij samen met een arbeider de opleiding volgen.

Bijkomend kan een financiële tegemoetkoming vanuit de 
KMO-portefeuille aangevraagd worden (tot 30 % van de opleidingskost). Let op: aanvraag ten laatste twee weken na de opleiding.

LET OP!
Als de mentor niet over een pedagogisch attest beschikt of de mentoropleiding niet tijdig volgt, wordt de erkenning ingetrokken en stopt de overeenkomst van de leerling.

Wanneer je erkend bent om een leerling op te leiden, kan je op zoek gaan naar een leerling om een overeenkomst af te sluiten. Opgelet: dit kan enkel voor opleidingen waarvoor jouw onderneming erkend is!

Wanneer je op zoek bent naar een leerling, kan je je interesse doorgeven aan:

Wanneer je een leerling gevonden hebt, maak dan duidelijke afspraken met de trajectbegeleider van de school over de wederzijdse verwachtingen (bv. wat kan aangeleerd worden op de werkvloer en wat op school, wat is de voorkennis van de leerling). Wij bieden alvast handige Gouden Tips!

???

Benieuwd of duaal leren iets voor jouw onderneming is?

  • Wil je het imago van je onderneming positiever en dynamischer maken?
  • Wens je de leercultuur binnen je onderneming te versterken zodat werknemers worden gestimuleerd om na te denken over hun dagelijkse handelingen en procedures?
  • Wil je de kans vergroten om een openstaande vacature in te vullen met een jonge werknemer die al werd opgeleid binnen je onderneming?
  • Zie je de voordelen van een netwerk met scholen?
  • Ben je bereid tijd te investeren om een duale leerling op te leiden en de ervaring en expertise binnen je onderneming door te geven aan de werknemers van morgen?
  • Wil je bijdragen aan de professionalisering van de werknemers binnen de sector?

Vaak 'ja' geantwoord? Dan is duaal leren echt iets voor uw onderneming!

Voor de leerling

Bij het zoeken naar een onderneming mag je enkele zaken zeker niet uit het oog verliezen:

  • De activiteiten van de onderneming moeten aansluiten bij de opleiding die je volgt op school: je kan bijvoorbeeld niet op school een opleiding metselaar volgen en een overeenkomst sluiten met een onderneming die gespecialiseerd is in grondwerken.
  • Een goede klik hebben met je mentor en de andere collega’s is belangrijk.
  • Denk na over je verplaatsingen: hoe ga je naar de werf: met de fiets, het openbaar vervoer, komen je collega’s je ergens oppikken?

Er zijn verschillende manieren om een onderneming te vinden:

  • Via je school.
  • Via iemand in je familie of vriendenkring die voor een bouwonderneming werkt.
  • Door op een vroegere stageplaats te vragen of zij geïnteresseerd zijn om jou een beroep aan te leren.
  • Door je spontaan voor te stellen op een werf in je buurt en een goede indruk te maken.
  • Maak je kandidatuur gratis bekend via de app Bildr.be.

1. Sectorale premie

De sociale partners van de bouwsector hebben premies voorzien voor leerlingen die school en werk combineren.

Voor elk jaar dat je je opleiding in een onderneming verderzet, ontvang je vanuit Constructiv automatisch een premie. Wanneer je recht hebt op de premie, zal je een brief ontvangen om je rekeningnummer op te vragen.

Dit zijn de leerpremies waar je recht op hebt:


Na hun eerste jaar

€ 400

Na hun tweede jaar

€ 500

Bij hun start als bouwvakarbeider        

€ 700

In hun eerste jaar als bouwvakarbeider

€ 700

 

2. Leerlingenpremie alternerende opleiding


De Vlaamse overheid voorziet voor leerlingen die een duale opleiding volgen een financiële premie. De leerlingenpremie alternerende opleiding bedraagt € 500.
De premie wordt 1 keer per schooljaar uitbetaald. De leerling kan de premie maximaal 3 keer ontvangen. Je ontvangt de premie automatisch.

Meer informatie vind je op de officiële website van de Vlaamse overheid.