Je vraagt je af welke opleidingen verplicht zijn in het kader van je beroepsactiviteit? Hier volgt een niet-exhaustief overzicht van de meest voorkomende verplichte opleidingen die in de regelgeving worden vermeld en specifiek zijn voor de bouwsector:
Constructiv biedt een sectorale tegemoetkoming aan de onderneming als een arbeider (PC 124) een opleiding volgt in een erkend opleidingscentrum.
Opleidingen welzijn op het werk
De wetgeving inzake welzijn op het werk verplicht werkgevers om de vereiste maatregelen te nemen om het welzijn van werknemers tijdens de uitvoering van hun werk te bevorderen.
De essentiële opleidingen inzake welzijn op het werk zijn de volgende:
Deze opleidingen willen werknemers bewust maken van de risico's waaraan ze kunnen worden blootgesteld op een bouwplaats, ongeacht of deze risico's inherent zijn aan hun eigen activiteit of aan andere bouwwerkzaamheden in hun omgeving.
Deze basisveiligheidsopleiding van 8 uur is van toepassing op alle personen die werken uitvoeren op een bouwplaats met het oog op de verwezenlijking van het bouwwerk. Er gelden uitzonderingen voor mensen die een attest hebben dat bewijst dat ze over de kennis ter zake beschikken of mensen die kunnen aantonen dat ze in de afgelopen 10 jaar ten minste 5 jaar ervaring hebben opgedaan op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
De werkgever moet erop toezien dat er op de bouwplaats altijd gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen. Uit een risicoanalyse zal vaak blijken dat er een hulpverlener met een basisopleiding EHBO (min. 15 uur) + jaarlijkse bijscholing (min. 4 uur) op de bouwplaats aanwezig moet zijn. Er moet altijd rekening worden gehouden met het advies van de preventieadviseur-arbeidsarts en de vakbondsafvaardiging.
Aanbevolen aantal hulpverleners:
- Minder dan 20 werknemers: 1 hulpverlener
- Meer dan 20 werknemers: 1 hulpverlener per 20 of 50 werknemers (afhankelijk van de risico’s)
- Herinnering: gekwalificeerd personeel altijd aanwezig op alle bouwplaats
De codex over het welzijn op het werk verplicht werkgevers om te voorzien in de vereiste opleiding voor werknemers die op steigers werken en/of deze opbouwen, afbouwen en ombouwen. De werkgever moet ook een persoon aanstellen die bevoegd is voor het gebruik en/of de opbouw van de steigers.
Constructiv biedt opleidingen aan voor het gebruik van vaste steigers of rolsteigers.
De codex over het welzijn op het werk verplicht werkgevers om te voorzien in een opleiding door een externe organisatie voor werknemers die in contact komen met asbest:
- Eenvoudige handelingen: opleiding van 8 uur + jaarlijkse bijscholing van 8 uur
- Werken in hermetisch afgesloten ruimten en/of met couveusezakken: opleiding van 32 uur + jaarlijkse bijscholing van 8 uur. Werfleiders krijgen de basisopleiding van 32 uur + een jaarlijkse bijscholing van 8 uur, gericht op de specifieke taken van werfleiders.
De werknemers en het CPBW moeten de juiste opleiding krijgen met betrekking tot musculoskeletale risico's. Deze opleiding omvat de volgende aspecten: de aard van de risico's, de te nemen preventieve maatregelen, de rol van de hiërarchische lijn bij het invoeren en opvolgen van preventiemaatregelen, ...
Arbeiders die machines bedienen, moeten een passende opleiding hebben gevolgd (aantal uren niet nader bepaald). Deze verplichting geldt voor de volgende arbeiders:
- Bestuurders en bedieners van grondverzetvoertuigen en -machines (graafmachines, enz.) en voertuigen en machines voor goederenbehandeling (vorkheftrucks, hoogwerkers, verreikers, ...)
- Bestuurders van hefwerktuigen (autolaadkranen, torenkranen, mobiele hangbruggen, ...)
- …
Vanwege de gezondheidsrisico's die het gebruik van diisocyanaten (bv. polyurethaanschuim) met zich meebrengt, bepaalt een Europese verordening dat gebruikers een voorafgaande opleiding moeten hebben gevolgd en hiervoor geslaagd moeten zijn. Het aantal uren opleiding is niet nader bepaald. De opleiding moet ten minste elke 5 jaar worden herhaald.
De reglementering legt werkgevers op dat ze hun werknemers moeten opleiden inzake brandpreventie. Hoewel deze bepaling alleen van toepassing is op ateliers, burelen en magazijnen, en niet op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, is het raadzaam om deze voorschriften ook op deze bouwplaatsen op te volgen. Het aantal uren opleiding is niet nader bepaald.
Werkzaamheden aan elektrische installaties moeten worden uitgevoerd door vakbekwame personen. In het Algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI) worden 5 bekwaamheidsniveaus met betrekking tot elektriciteit gedefinieerd. 2 niveaus hebben vaak betrekking op de werkplek, namelijk:
- Gewaarschuwde personen (BA4)
- Vakbekwame personen (BA5)
Alle werkgevers zijn verplicht om een preventiestructuur op te zetten, met inbegrip van een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW). Hiervoor moeten ze minstens één preventieadviseur hebben.
Bouwondernemingen zijn onderverdeeld in 4 groepen. Het opleidingsniveau van de preventieadviseur wordt bepaald door de groep waartoe het bouwbedrijf behoort:
- Groep A (ondernemingen met meer dan 200 werknemers): preventieadviseur niveau I
- Groep B (ondernemingen met tussen 50 en 199 werknemers): preventieadviseur niveau II
- Groep C (ondernemingen met tussen 20 en 49 werknemers): preventieadviseur met basiskennis
- Groep D (ondernemingen met minder dan 20 werknemers): ofwel een preventieadviseur met basiskennis, ofwel heeft de werkgever de basiskennis.
Een opleiding voor het verwerven van basiskennis is niet verplicht (groepen C en D), maar het is sterk aanbevolen om dit type opleiding te volgen om zich vertrouwd te maken met welzijn op het werk.
In ondernemingen met meer dan 50 werknemers moet minstens één vertrouwenspersoon worden aangesteld. Deze persoon moet tot het personeel behoren. De werknemers kunnen een beroep doen op een vertrouwenspersoon voor een informele psychosociale tussenkomst, die bestaat uit het zoeken naar een informele oplossing door middel van gesprekken, een tussenkomst van derden of bemiddeling. De vertrouwenspersoon moet worden opgeleid en een jaarlijkse bijscholing volgen.
Alle beroepschauffeurs moeten hun vakbekwaamheid kunnen aantonen. Daartoe moeten ze:
- in het bezit zijn van een rijbewijs van groep C of D,
- in het bezit zijn van een vakbekwaamheidscertificaat groep C of D. Dit certificaat is 5 jaar geldig.
Het certificaat van vakbekwaamheid is een aanvulling op het rijbewijs. Het is verplicht voor de meeste beroepschauffeurs met een rijbewijs dat geldig is voor categorieën C (vrachtwagens) en D (bussen en autocars). Om de vijf jaar moet een bijscholing worden gevolgd. Het certificaat van vakbekwaamheid wordt op het rijbewijs aangegeven met de code 95 voor de betreffende categorieën.
Om met BENOR-beton te rijden of het te pompen, moet de chauffeur of pompbedienaar in het bezit zijn van een getuigschrift. Dat wordt afgeleverd na het volgen van een basisopleiding en is 5 jaar geldig.
Om het getuigschrift met 5 jaar te verlengen, moet een bijscholingscursus van 8 uur worden gevolgd.
Je vindt ons aanbod aan verplichte opleidingen terug in onze online ConstruTraining-opleidingscatalogus. Boek nu je opleiding!