De werkgever is verplicht een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW) op te richten. Deze dienst omvat ten minste een preventieadviseur. De IDPBW heeft als taak de werkgever te helpen bij het beheer van het welzijnsbeleid in de onderneming en de risico’s op arbeidsongevallen en beroepsziekten op te sporen.

Meer informatie vindt u in Constructiv dossier 149 - Welzijn op het werk - Gids voor bouwbedrijven en in Constructiv dossier 128 - Preventiestructuren binnen en buiten de bouwsector

De preventieadviseur staat de werkgever bij in zijn verplichtingen met betrekking tot welzijn op het werk.


Hij werkt in de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW), die een hele reeks taken en opdrachten moet uitoefenen (deelnemen aan de risicoanalyse, adviezen geven over het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan, de oorzaken van arbeidsongevallen bestuderen, voorstellen doen in verband met het onthaal van nieuwe werknemers, adviezen geven over de noodprocedures, de werkplaatsen bezoeken, een jaarverslag opstellen, ...).


De opdrachten en taken van de preventieadviseur en van de IDPBW zijn opgenomen in artikelen II.1-4 tot II.1-9 van de 
titel 1 De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van het boek II van de codex over het welzijn op het werk.

De opleiding van de preventieadviseur is afhankelijk van de groep waar zijn bedrijf toe behoort:

  • groep A (meer dan 200 werknemers – bouwsector): preventieadviseur: niveau I
  • groep B (50 tot 199 werknemers – bouwsector): preventieadviseur: niveau II
  • groep C en D (1 tot 49 werknemers – bouwsector): basiskennis, vorming niet verplicht, maar wel aanbevolen
  • groep D (minder dan 20 werknemers – bouwsector): de preventieadviseur kan de werkgever zijn, als hij over de nodige basiskennis beschikt

Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de website van de FOD WASO.

Raadpleeg de lijst van de instellingen die een basiscursus voor preventieadviseurs verstrekken en de cursussen voor aanvullende vorming van preventieadviseurs.

Als de IDPBW de opdrachten die hem zijn toevertrouwd, niet kan uitvoeren, moet de werkgever aanvullend een beroep doen op een EDPBW. Deze bestaat uit twee afdelingen:

  • een afdeling Medisch toezicht
  • een afdeling Risicobeheer

en moet erkend zijn om zijn werkzaamheden te mogen uitoefenen.

Lees meer in Constructiv dossier 128 - Preventiestructuren binnen en buiten de bouwsector.

Als de IDPBW de opdrachten die hem zijn toevertrouwd, niet kan uitvoeren, moet de werkgever zich aanvullend aansluiten bij een EDPBW (zie vorige FAQ). Elke EDPBW moet een tariefregeling vastleggen voor de opdrachten die hij zal vervullen.

De EDPBW sluit een overeenkomst van onbepaalde duur met de bouwonderneming. Deze overeenkomst kan ofwel ambtshalve, ofwel door middel van een vooropzeg door de EDPBW of het bouwbedrijf beëindigd worden.

Lees meer in Constructiv dossier 128 - Preventiestructuren binnen en buiten de bouwsector

De Belgische wetgeving legt een reeks periodieke keuringen op die uitgevoerd moeten worden voor machines, installaties, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze periodieke keuringen moeten uitgevoerd worden door externe instellingen. Het betreft externe diensten voor technische controles, afgekort EDTC's.

EDTC's worden erkend door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Lees het overzicht van de verplichte keuringen op pagina 28 van 
Constructiv dossier 128 - Preventiestructuren binnen en buiten de bouwsector.

Een CPBW moet opgericht worden in bedrijven die gewoonlijk een gemiddelde van 50 werknemers tewerkstellen.

Door de speciale structuur van de bouwsector (onder meer gekenmerkt door de mobiliteit van de bouwplaatsen en de arbeiders) blijkt het in de praktijk moeilijk om een CPBW op te richten volgens de gebruikelijke procedure (sociale verkiezingen). Om het hoofd te bieden aan deze moeilijkheden, werd een bijkomend protocol afgesloten in de bouwsector. In dit protocol staat duidelijk dat de bevoegdheden van (de Ondernemingsraad en) het CPBW uitgeoefend worden door de vakbondsafvaardiging bouw.

De vakbondsafvaardiging die optreedt als CPBW, heeft hoofdzakelijk als opdracht alle middelen op te sporen en voor te stellen en actief bij te dragen tot alles wat wordt ondernomen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen.

Lees meer in Constructiv dossier 128 - Preventiestructuren binnen en buiten de bouwsector.