De sociale partners van de bouwsector hebben op 12 mei 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst “Basisveiligheidsopleidingen” gesloten. Deze cao trad op 1 april 2022 in werking. 

Op 14 april 2023 werd ook het koninklijk besluit 25 januari 2001 betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen uitgebreid met de verplichting tot het volgen van een dergelijke basisveiligheidsopleiding  waardoor deze verplichting meteen op veel meer doelpublieken van toepassing werd: 

Om de cao in overeenstemming te brengen met dit koninklijk besluit, werd de cao van 14 september 2023 afgesloten. Hij kreeg de naam 'Wijziging van de cao van 12 mei 2022 betreffende de basisveiligheidsopleidingen'.

In 
onze FAQ's vind je meer informatie over deze twee reglementeringen.

De CAO van de bouwsector voorziet onder meer het volgende:

1. Definitie - wat is een basisveiligheidsopleiding 

Een opleiding die bedoeld is om de deelnemers bewust te maken van de risico’s waarmee ze te maken kunnen krijgen op een bouwplaats, ongeacht of die risico’s voortvloeien uit hun eigen activiteit dan wel uit andere bouwactiviteiten die in hun omgeving worden verricht.

Moeten ook steeds deel uitmaken van een basisveiligheidsopleiding:

  • Basiskennis van de wettelijke preventiebeginselen.
  • De toepassing van aangepaste preventiemaatregelen.
  • Veilig gedrag op een bouwplaats.

De duurtijd bedraagt minstens acht uur in totaal. Het Beheerscomité van Constructiv stelt de lijst op van basisveiligheidsopleidingen die voldoen aan de vastgestelde eisen en valideert en controleert die lijst.

 

2. Timing

Nieuwkomers moeten de basisopleiding indien mogelijk volgen vooraleer ze beginnen met werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats, en in elk geval binnen de maand die volgt op het begin van hun tewerkstelling.

 

3. Bouwplaatsen mét verplichte veiligheidscoördinatie vs. bouwplaatsen zonder coördinatie

  • Op bouwplaatsen met verplichte veiligheidscoördinatie moet de basisveiligheidsopleiding gevolgd worden bij een door Constructiv erkend (extern) opleidingscentrum. De opleidingscentra moeten een kwaliteitsborgingssysteem toepassen. Bedrijfsinterne opleidingen zijn dus niet voldoende.
  • Voor wie werkt op bouwplaatsen waar veiligheidscoördinatie niet verplicht is, is een bedrijfsinterne opleiding nog wel mogelijk, op voorwaarde dat die gegeven wordt door een bevoegde interne persoon (bv. een preventieadviseur). Bij een dergelijke bedrijfsinterne opleiding moet het door Constructiv ontwikkelde programma gevolgd worden en zal Constructiv ook instaan voor de kwaliteitsbewaking van deze opleidingen. Wie de opleiding niet intern kan of wil organiseren, kan ook bij een externe opleidingsverstrekker terecht.

 

4. Uitzonderingen, vrijstellingen en gelijkstellingen

Arbeiders van PC 124 op wie deze cao van toepassing is, voldoen aan de verplichting een basisveiligheidsopleiding te hebben gevolgd als ze het bewijs leveren dat ze:

  • Al in het bezit zijn van een geldig VCA-certificaat (*).
  • Al een door Constructiv gevalideerde veiligheidsopleiding voor de bouw gevolgd hebben. (Zie de volledig gevalideerde lijst van equivalent verklaarde opleidingen, FAQ ‘Welke opleiding moet er worden gevolgd?’)
  • Al in het bezit zijn van een door Constructiv afgegeven of gevalideerd getuigschrift waaruit blijkt dat de gevolgde basisveiligheidsopleiding voldoet.
  • In de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar ervaring in de bouwsector hebben (**).
  • Al de basisveiligheidsopleiding voor uitzendarbeid in de bouw (16 uur) gevolgd hebben.

    (*) Afgeleverd vóór 15 april 2023.
    (**) Arbeiders die op 15 april 2023 minstens vijf jaar ervaring hadden in de bouwsector in de afgelopen vijftien jaar en die na deze datum niet minstens vijf jaar ervaring in de bouwsector hebben in de afgelopen tien jaar, moeten een basisveiligheidsopleiding volgen.   

 

5. Opleidingen in het buitenland

Wanneer de basisveiligheidsopleiding in een ander Europees land werd gevolgd, wordt ze gelijkgesteld als ze heeft geleid tot een geldig VCA-certificaat dat volgt op een opleiding van acht uur en als daarvan een bewijs kan worden voorgelegd.

Als de basisveiligheidsopleiding niet heeft geleid tot een VCA-certificaat, moet de opleiding de deelnemers de nodige basiskennis en -vaardigheden inzake preventie en bescherming op bouwplaatsen bezorgen, meer bepaald in verband met:

  1. De wettelijke beginselen en de hiërarchie van preventiemaatregelen.
  2. Het belang van de risicoanalyse voor aanvang van de werken.
  3. Mogelijke preventiemaatregelen bij risico’s op de bouwplaats.
  4. Het beveiligen van de werkplek en desgevallend de installatie.
  5. De gebods-, verbods-, en waarschuwingsborden.
  6. Aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen voor het uitvoeren van een taak.
  7. Veilig werken met heftoestellen, aanslagmateriaal, vaste en draagbare machines en handgereedschap.
  8. De vereiste preventiemaatregelen bij het uitvoeren van werken op hoogte.
  9. De pictogrammen van gevaarlijke producten en gevaarlijke eigenschappen.
  10. De risico’s en preventiemaatregelen bij het werken met producten met gevaarlijke eigenschappen.
  11. De preventiemaatregelen met betrekking tot risico’s van elektrische werfinstallaties.
  12. De juiste handelswijze in geval van brand op de bouwplaats.
  13. De noodprocedures op de bouwplaats.
  14. Het belang van gedrag, orde en netheid voor veilig werken op de bouwplaats.

Dat moet geattesteerd zijn door de erkende opleidingsverstrekker die de opleiding heeft gegeven of door het overlegorgaan of een preventie-instituut in het Europese land waar de werknemer gewoonlijk werkzaam is, en hiervan moet een bewijs worden voorgelegd.

Nog vragen? Bekijk de veelgestelde vragen.